Tom Malinowski, hoofd van het departement voor Democratie, Mensenrechten en Arbeid op Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, kwam zondag in Bahrein aan voor een driedaags bezoek. Maandag sprak hij met leden van de sjiitische oppositiepartij Al Wifaq, volgens de autoriteiten in koninkrijk Bahrein een “inmenging in binnenlandse aangelegenheden.”
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken zegt “diep bezorgd” te zijn over de stap en noemt de actie “niet consistent met de sterke relatie tussen de Verenigde Staten en Bahrein.”
Het uitwijzingsbevel komt twee weken nadat de sjiitische oppositieleider Khalil al-Marzouq werd vrijgesproken van terrorisme, wat onder critici vragen oproept over de intenties van Bahrein.
Brian Dooley, een Golfexpert van mensenrechtenorganisatie Human Rights First (HRF), zegt in een reactie dat er al langere tijd alarmerende geluiden uit Bahrein komen. “De Verenigde Staten moeten de relatie met de regering van Bahrein opnieuw bezien”, zegt hij. “Het is een onbetrouwbare regering die steeds onberekenbaarder wordt. Aan de ene kant is de monarchie blij met Amerikaanse militaire steun, aan de andere kant worden Amerikaanse diplomaten belasterd.”
Ongebruikelijk
Malinowski was voor zijn benoeming op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken directeur bij mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) in Washington. In die functie was hij een uitgesproken criticus van het bewind in Bahrein.
Volgens Simon Henderson, Golfexpert bij het Institute for Near East Policy in Washinton, is het zeer ongebruikelijk om een diplomaat uit een bevriend land tot “persona non grata” te verklaren. “Zoiets gebeurt doorgaans alleen als er gespioneerd wordt onder de vlag van diplomatie.”
Nog zeldzamer is het als een hoge functionaris die niet in het gastland gestationeerd is, tot persona non grata wordt verklaard, zeggen bronnen bij Amerikaanse regering. Malinowski’s voorganger Michael Posner, eveneens voormalig directeur bij HRF, heeft Bahrein diverse malen bezocht zonder problemen. Ook hij sprak met bij die gelegenheden met de oppositie.
Arabische Lente
Bahrein is de thuishaven van de Vijfde Vloot van de Amerikaanse marine en daarmee een belangrijke strategische positie in de Golf voor het Pentagon. Net als in andere monarchieën in de Golfregio, is de koninklijke familie van Bahrein soennitisch. Het verschil met andere leden van de Samenwerkingsraad voor de Golf (GCC), is dat de Bahreinse monarchie heerst over een bevolking die in meerderheid sjiitisch is en al lange tijd hervormingen wil.
Tijdens de zogenoemde ‘Arabische Lente’ in het voorjaar van 2011, groeide de druk op de regering om te hervormen. Het land kreeg te maken met demonstraties van de oppositie en zowel sjiitische als soennitische burgergroepen. De protesten werden met harde hand, en met hulp van troepen uit Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, de kop ingedrukt.
Een internationale commissie, geleid door de Egyptisch-Amerikaanse jurist Cherif Bassiouni, kwam in november 2011 met een uitgebreid rapport over de mensenrechtenschendingen van het bewind. De koning van Bahrein, Hamad bin Isa al-Khalifa, beloofde de door de commissie aanbevolen hervormingen uit te voeren. Sindsdien is er echter weinig veranderd, zeggen onafhankelijke mensenrechtenorganisaties. De sektarische spanningen zouden eerder zijn toegenomen.
Ook Washington heeft bij Bahrein aangedrongen implementatie van de aanbevelingen van Bassiouni. De VS hebben daar echter geen concrete acties aan verbonden, behalve het schrappen van de levering van wapens die gebruikt zouden kunnen worden tegen vreedzame demonstranten.