De interesse van steenrijke oliesjeiks uit het Midden-Oosten in topsport is uiteraard niet nieuw. De voorbije weken reden Boonen, Cancellara, Nibali en de andere toprenners van het peloton zich in het zweet in de Ronde van Oman, Qatar en Dubai. Het WK voetbal van 2022 wordt georganiseerd in Qatar. Voetbalclub PSG is in handen van Qatar Sports Investments, Manchester City wordt al jaren geleid vanuit Abu Dhabi. Sinds kort heeft het Midden-Oosten ook de triatlonsport ontdekt. Met verstrekkende gevolgen.
Deelnemersveld bepaalt prestige, niet de geschiedenis
Gelden in het wielrennen de rondes van Oman en Qatar nog als een opwarmertje voor de traditionele voorjaarsklassiekers en grote wielerrondes later op het jaar, dan is dit allesbehalve het geval voor de triatlonwedstrijden in Midden-Oosten. Hoewel het nog maar de eerste editie is, is de Challenge Dubai meteen één van de belangrijkste wedstrijden van het seizoen. ‘In het triatlon hebben we – op het WK in Kona en misschien de Challenge Roth na – geen traditionele klassiekers zoals in het wielrennen. Enkel de sterkte van een deelnemersveld bepaalt in onze sport de waarde en uitstraling van een wedstrijd’, verduidelijkt Bart Aernouts (Uplace-BMC). De 30-jarige Antwerpenaar is één van de beste Belgische triatleten. ‘Je moet er niet aan twijfelen: vrijdag staat de wereldtop aan de start in Dubai. Ik heb mijn beste vorm nog niet te pakken, dus zal ik blij zijn met een plaats in de top-tien. Maar ik trek naar Dubai omdat ik mij net zoals de rest graag wil meten met de grote namen. En die prijzenpot spreekt natuurlijk tot de verbeelding. Het is een ongelofelijk intitiatief’, aldus de nummer negen van het voorbije WK in Hawaï.
Hoe het begon
‘Het begon allemaal vorig jaar in december met de eerste Challenge Bahrein’, vertelt Bob De Wolf, die de sportieve lijnen uitzet bij het Uplace-BMC van Bart Aernouts. ‘In Bahrein pakten de sjeiks plots uit met een prijzenpot van 500.000 dollar, waarvan 100.000 dollar voor de winnaar. Een gigantisch bedrag, zeker voor een triatlon over halve afstand. Enkel op het WK Ironman in Hawaï valt er nog meer te verdienen.’
Die gigantische prijzenpot lokte een heleboel toppers naar Bahrein. ‘De startlijst was bijna even sterk als op het wereldkampioenschap’, aldus De Wolf. ‘Dat zorgde er ook voor dat er veel media-aandacht was voor de race en op sociale media leefde de Challenge Bahrein meer dan andere events. Bovendien was de volledige wedstrijd gratis via een live-stream te bekijken op het internet, afgewisseld met een tv-show met experts. Een flinke stap vooruit in vergelijking met de Ironman-wedstrijden. Al introduceerden ze daar ondertussen ook wel een GPS-trackingsysteem, waardoor je steeds de positie van je favoriete atleet kan volgen.’
Succesverhaal krijgt ambitieuzer vervolg
De succesvolle wedstrijd in Bahrein krijgt in 2015 een vervolg. En wordt bovendien geïntegreerd in een gloednieuwe en unieke ‘Triple Crown Challenge’. Drie triatlons over de halve afstand in het Midden-Oosten: De Challenge Dubai (27 februari), Oman (7 augustus) en Bahrein (12 december). De man/vrouw die er in slaagt om ze alle drie te winnen, mag 1 miljoen dollar op zijn bankrekening bijschrijven. Bovenop het enorme prijzengeld dat per individuele wedstrijd te verdienen valt, uiteraard. ‘Dit is echt ongezien. Ik durf gerust spreken over een aardverschuiving in de triatlonwereld’, analyseert De Wolf. ‘Deze drie wedstrijden zetten een nieuwe norm in onze sport. En de rest zal moeten volgen.’
Indrukwekkende prijzenpot
De sjeiks uit het Midden-Oosten gooien er flink wat poen tegenaan. Zoveel wordt duidelijk wanneer we het prijzengeld van de Triple Crown vergelijken met die van de andere triatlonwedstrijden. Triatlon is een mondiale sport, maar de budgetten die er in omgaan liggen vele malen lager dan in het voetbal en het wielrennen. Zelfs als we de overkoepelende jackpot van 1 miljoen dollar voor een eventuele driedubbele eindwinnaar even buiten beschouwing laten, valt er voor een triatleet enkel op het WK in Hawaï meer geld te verdienen dan in Dubai, Oman of Bahrein. In Hawaï wordt er in totaal 650,000 dollar prijzengeld verdeeld. De winnaar strijkt daarvan 120,000 dollar op. In Dubai bedraagt de totale prijzenpot 300,000 dollar, waarvan 65,000 dollar voor de winnaar. Dat is meer dan het WK Ironman halve afstand (250,000 dollar, waarvan 45,000 dollar voor de winnaar) en dubbel zoveel als het Europees kampioenschap Ironman volledige afstand in Frankfurt (150,000 dollar in totaal, waarvan 30,000 dollar voor de winnaar). Bekijk het lijstje hieronder en u beseft ook dat voor de toptriatleten bij het opmaken van hun agenda de rekening snel gemaakt is.
Het mag dus niet verbazen dat er vrijdag in Dubai een absoluut topdeelnemersveld aan de start komt. Uplace-BMC vaardigt drie triatleten af: naast Bart Aernouts ook nog de Deense Helle Frederiksen en de Brit Will Clarke. ‘De drie Triple-Crown-races zijn belangrijke doelen voor ons. Omdat een triatleet aan een beperkt aantal wedstrijden per jaar deelneemt, wil dit ook zeggen dat ze daardoor andere races links laten liggen. Voor Helle Frederiksen , die in december in Bahrein won, is de Triple Crown dit jaar naast het WK halve afstand het hoofddoel’, aldus Bob De Wolf. ‘Het WK in Hawaï blijft echter mijn absolute prioriteit’, pakt Bart Aernouts het toch nog anders aan dan zijn ploeggenote. ‘Héél mijn jaarplanning staat in het teken van het WK en ik mag nog niet te vroeg pieken. Het zou bijzonder straf zijn als ik al in Dubai zou kunnen winnen. De topfavoriet is de Spanjaard Javier Gomez, wereldkampioen op de olympische afstand. Normaalgezien neem ik niet deel aan de andere twee andere Triple-Crown-races in Oman en Bahrein. Tenzij ik vrijdag toch zou kunnen verrassen: 1 miljoen dollar is natuurlijk veel geld’, bedenkt Aernouts zich al lachend. ‘Nee serieus, ik denk sowieso dat het bijzonder moeilijk is om alle drie Triple-Crown-wedstrijden te winnen. Je moet dan kunnen pieken in februari, augustus en december. Die laatste race in Bahrein is meer dan twee maanden na het WK in Hawaï.’
Challenge-circuit vernieuwt, Ironman volgt
Bob de Wolf: ‘Het Challenge-circuit is met een veertigtal races voorlopig nog het kleinere broertje van het Ironman-circuit dat zo’n 120 wedstrijden telt. Maar ook bij de Ironman-organisatie is de trend naar een beperkt aantal grotere wedstrijden met meer prijzengeld ingezet om te kunnen concurreren met de grote Challenge-races. Zo staan er dit jaar naast het WK nog vijf continentale kampioenschappen op de agenda: een Europees, Aziatisch-pacifisch, Amerikaans, Latijns-Amerikaans (nieuw) en Afrikaans (nieuw). Op deze kampioenschappen ligt de prijzenpot ($150,000 dollar) hoger dan bij de andere Ironman-wedstrijden en vallen er ook meer kwalificatiepunten te verdienen voor het WK in Kona. Die combinatie moet er voor zorgen dat ook de allerbeste triatleten nog steeds de weg naar het Ironman-circuit blijven vinden.’
‘Ik vind het goed dat zulke grote Challenge-wedstrijden het monopolie van Ironman doorbreken. Het schudt Ironman een beetje wakker’, meent Bart Aernouts. ‘In het Challenge-circuit staat de organisatie beter op punt, is er meer zorg voor de atleten en is de media-coverage beter. Bovendien zijn de wedstrijden eerlijker: tijdens het fietsen moet de afstand tussen twee atleten dubbel zo groot zijn dan bij Ironman-races. Dat maakt het nog meer een strijd van man tegen man en daar kunnen de sterkste fietsers van profiteren. Dat ligt mij wel. Als ik vrijdag Gomez wil kloppen in Bahrein, zal het zo moeten gebeuren.’