“Vooroplopen, laat dát maar aan de Nederlanders over”, horen we een vrouwenstem zeggen in een nieuwe commercial van ING over nieuwe technologische foefjes van de bank.

En, zo beweert ze, “nergens ter wereld zijn mensen meer online.”

Maar klopt dat wel?

Eerst maar even het percentage Nederlanders dat toegang heeft tot internet. Daarover zijn veel onderzoeken. Het CBS stelt: 97 procent van de Nederlanders had in 2013 (de meest recente cijfers) toegang tot internet.

Wel is het aantal ‘gebruikers’ lager: 94 procent van de Nederlanders gebruikte internet de afgelopen drie maanden, volgens Eurostat, de databank van de EU. Daarmee staat Nederland volgens Eurostat vijfde, achter IJsland (98 procent), Denemarken en Noorwegen (96 procent) en Luxemburg (94 procent).

Voor wereldwijde cijfers is de site Internet Live Stats het meest compleet (al gaat dat weer over toegang, niet gebruik). Die site verzamelde gegevens van onder meer de gerenommeerde International Telecommunication Union, de Verenigde Naties en de Wereldbank. 96,08 procent van de Nederlanders heeft volgens hen internettoegang, en dat is de stand van 1 juli 2014.

Ook daar zijn we net geen koploper.

Maar wie is het meest online?

Maar welk volk spendeert de meeste tijd online? En is Nederland dáárin dan koploper? Zeker niet, volgens marktonderzoeksbureau GlobalWebIndex. Het bureau interviewt jaarlijks tienduizenden internetgebruikers in 32 landen en is daarmee leidend op dit gebied.

Nederland is in dat lijstje hekkensluiter: in de lijst van 32 blijken er 30 landen waar mensen méér tijd online doorbrengen. Hoeveel tijd wij dan online zijn, daarover lopen de onderzoeken uiteen: 3 uur, zegt GlobalWebIndex. 2 uur, zegt de Media Standaard Survey van 2014. 4 uur, zei het CBS in 2011.

Hoe dan ook: veel andere landen scoren veel hoger. De Saoedi’s en Thai zijn de voorhoede: internetgebruikers daar zijn gemiddeld meer dan 8 uur online.

En dus?

Of het nu gaat om internettoegang of tijd die online wordt doorgebracht, Nederland heeft geen afgetekende wereldwijde toppositie. De bewering in de ING-commercial beoordelen we als onwaar.